top of page

De resultaten van de testen

In de week van 10 december zijn testen bij 3 fysiotherapeuten en 8 patiënten met COPD uitgevoerd. Voor deze testen willen wij graag de fysiotherapeuten en patiënten met COPD van Revalidatiecentrum Breda en Sport & Slankstudio voor de medewerking bedanken. 

​

Voorafgaand aan het testen, is een testsysteem opgesteld. De methodiek van het onderzoek is via onderstaande linkjes te bekijken.

​

​

Resultaten van testen bij fysiotherapeuten

F1: Fysiotherapeut 1

F2: Fysiotherapeut 2

F3: Fysiotherapeut 3


Wat vindt u van de kleuren?

F1: ‘’Ja, prima denk ik. Weinig op aan te merken.’’
F2: “Ja, mooie kleuren gebruikt.’’
F3: ‘’Prima zo’

 

Begrijpt u wat wij met de kleuren bedoelen?

F1:‘’Oh zo, dat had ik nog eerst niet door.’’

F2: Fysiotherapeut snapt wat de kleuren betekenen bij de parameters. Groen oranje rood. Maar had dat niet in eerste instantie in de gaten dat de applicatie zo werkt.

F3: ‘’Wat betekenen hier de kleuren op het overzicht?‘’ zegt de fysiotherapeut. (Hij heeft dus door dat de kleuren wat betekenen, maar hij had nog niet door dat rood voor een bepaalde grens was)

 

Wat vindt u van het design van het shirt?

F1:‘’Het is in ieder geval goed dat er een rits in zit, dat het goed makkelijk aan/uit te trekken is. Als het als tweede huid zit als een thermoshirt kan ik begrijpen dat het bij een aantal revalidanten vervelend zit. Mij gaat het met name alleen om wat de patiënt graag wilt.”

F2: "Ik vind het heel slim bedacht. Toen ik dit zag is dat het meest handige eigenlijk. Dacht eerst dat het een sportshirt zou worden maar dit is beter.’’

F3: ‘’Ik heb hem net aan gehad over mijn kleding. Voor mij pastte die goed.’’

 

Wat vindt u van het design van de applicatie?

F1:‘’Ja, het poppetje is wat groot en dit (de parameters) zijn wat kleiner. Dat beeldend werken werkt volgens mij heel erg goed. Wat ik nu zie is dat het poppetje eigenlijk geen functie heeft, en wat wel een functie heeft dat dat best klein onderin staat.’’

F2: ‘’Ziet er leuk uit gaaf dat je dat nu kan maken.’’ Doelgroep moeite met inloggen is bekend.

F3:‘’Wat bedoel je dan met dag, week en maand. Want dit zijn meer conclusies dan tips. Ik denk dat huidig belangrijker is dan dag, week, maand. Voor de rest is dat niet echt van belang voor de patiënt.’’

 

Welke verbeteringen rondom het design van de applicatie kunnen wat u betreft doorgevoerd worden?

F2: ‘’Mensen moeten zelf hun doelen kunnen bepalen.’’

Groter tik vlak voor je vinger. Een optie om de gegevens te delen met fysiotherapeut.

‘’Stoplicht idee bij bij iedere parameter. Dat je ziet welke kleuren de parameters ook kunnen worden.’’

‘’Bij de kleuren een tip en een top pop up bijvoorbeeld bij groen (je bent goed bezig)’’

 

Wat vindt u over het algemeen van de functionaliteit van de app?

F1: ‘’Ja, best functioneel, er is veel mogelijk. Ja je kan ook niet inzoomen nu. Qua tekst is het best klein, het zou wel wat groter mogen.’’ ‘’Als je continu geconfronteerd wordt met de ernst van de aandoening. Wie val je waarmee lastig. Als je dat kan personaliseren, dan zou dat wel mooi zijn. Dan kan de patiënt dat zelf aangeven.’’

​

Extra informatie/verbeteringen/tips

F1: ‘’Met zo een shirt kan het volgens mij het er in ieder geval aan bijdragen dat het ondersteuning geeft. Wij zien doorgaans erg complexe longpatiënten, waarschijnlijk zijn wij als revalidatiecentrum ook niet representatief voor gehele COPD populatie. Mensen met veel minder begeleiding zouden dit dan zelf kunnen monitoren.’’

F2:‘’P bij de meting van de app moet weg of er moet een x bij dus 32 keer(x) per minuut.’’

F3: ‘’Kijk waar ik wel benieuwd naar was. Ademhaling is nooit helemaal zwart wit of hoog of laag. Je kan ook een ademhaling van beiden hebben. Krijg je dan 16 a 16 of 32 a 32. Ze worden onafhankelijk van elkaar gemeten. Het hangt ervan af wat je doet? Als je in rust bent dan is het voor een normaal persoon maar ook voor goede ademtechniek bij een COPD persoon de borstademhaling stil. Neem dit mee in de app.’’

​

​

Resultaten van de testen bij patiënten met COPD

C1: patiënt met COPD 1

C2: patiënt met COPD 2

C3: patiënt met COPD 3

C4: patiënt met COPD 4

C5: patiënt met COPD 5

C6: patiënt met COPD 6

C7: patiënt met COPD 7

C8: patiënt met COPD 8

 

Activiteiten

Gedurende het uitvoeren van de activiteiten: het aantrekken en uittrekken van het kledingstuk; bukken; strekken; optillen van gewicht; traplopen; lopen en zitten ondervinden de meeste patiënten geen problemen. Bij enkele werden irritaties of bobbeling van het kledingstuk ondervonden wanneer het kledingstuk niet op maat was. Indien dit ondervonden is, staat dit expliciet hieronder uitgewerkt. De stof werd voor iedere patiënt met COPD als fijn ervaren en extra benauwd of een verhit gevoel ontstond niet.

 

Welke problemen ondervindt u tijdens het aantrekken van het kledingstuk?

C1: ‘’Dat ie te strak zit voor mij. Maar verder geen problemen.’’

C2: “Nee geen problemen.’’

C6: ‘’Tijdens het aantrekken het shirt een beetje naar voren moeten trekken, anders zouden mijn haartjes er tussen komen (borst/buikharen).’’

 

Heeft u problemen met uw ademhaling tijdens het aantrekken van het kledingstuk?

C6: ‘’Nee, gaat goed’.’

 

Hoe voelt het kledingstuk op uw lichaam?

C6: ’’Strakzittend, een beetje. Maar niet oncomfortabel’.’

C8: ‘’Goed, net of je een T-shirt aan hebt. Je voelt het klittenband wel, maar is niet irritant.’’

 

Is het kledingstuk te lang of te kort?

C2: ‘’Het shirt is lang genoeg. Op deze manier kan ik het in mijn broek stoppen.’’

 

Verplaatst het kledingstuk tijdens het strekken?

C7: “Ja dan gaat hij iets meer omhoog.” *Armen omlaag* “Dan denk ik dat ik hem iets meer naar beneden moet doen.” “Dit ervaar ik bij een normaal shirt ook.”

C8: ‘’Ja, maar daarna gaat deze weer terug naar normale stand.’’

 

Voorwerp optillen

C4: ‘’het irriteert wel hierboven’’. (Tillen gaat goed, mevrouw vindt de sensoren op de Trapezius irriteren.)

C5: Tillen gaat goed, shirt blijft goed en voelt goed aan. Maar mevrouw begint tussen haar schouderbladen iets te voelen (battery-pack)

 

Is er verschil in temperatuur in vergelijking met een normaal kledingstuk zonder sensoren?

C2: ‘’Nou je voelt wel dat het nou warmer is. Daarom zeg ik in de zomer als ik het moet dragen, dan is het wel warm.’’

C7: “Nee. Je voelt wel dat je iets aan hebt, maar zeker niet benauwd.”

​

Casus applicatie

C2: Mevrouw weet zelf niet hoe door te gaan naar de volgende pagina’s. Ze vermijdt de app liever dan dat ze hem echt zou gebruiken. (Vragen applicatie dus niet van belang)

 

Wat betekent de melding volgens u?

C4: De hartslag, kun je die zelf controleren? vraagt ze. ‘’ Rood is ademhaling’’ begrijpt niet dat rood een risico geeft. Mevrouw vindt het lastig om de grafieken af te lezen, snapt niet wat pieken en dalen betekenen.

 

Begrijpen wat foutief is aan de ‘’borstademhaling’’? Wat ziet u hier?

C7: “Huidige borstademhaling, is dat 32 pulsen per minuut?” “De huidige buikademhaling frequentie. Tips kan ik bekijken, overzicht bekijken per dag, per week, per maand.”

 

Wat kan volgens u verbeterd worden aan het kledingstuk?

C4: ‘’Geen bobbelingen bij de rits’.’

C4: ‘’De pasvorm, het plastic in de nek voelt niet fijn. En dat er een hemdje onder de sensoren mag. Plastic voelt niet fijn.’’

C5: ‘’De battery-pack begon mevrouw in haar rug te voelen tijdens de laatste oefening.’’

 

​

Interviewvragen kledingstuk

Zou u dit kledingstuk willen dragen wanneer u geen inspanning verricht? Waarom wel/niet?

C3: ‘’Liever niet, ik luister nu namelijk vooral naar mezelf’.’

C7: “Ik denk dat dat aan de situatie ligt. Kijk als je in een slechtere periode zit en het is dan van belang om alles te monitoren dan is dat wel van belang.”

C8: ‘’Ja, dan helpt het ook, ik ben erg geïnteresseerd in het idee en denk ook dat het voor mij kan werken.’’

 

Zou dit kledingstuk willen dragen wanneer u inspanning verricht zoals lopen/fietsen? Waarom wel/niet?

C7: “Dan is het denk ik wel handig. Dan kun je het zelf natuurlijk ook monitoren met de app.” Mevrouw zou hem eigenlijk altijd wel willen dragen. “Niet dat je dan elke keer de app in de gaten moet houden, maar het kan wel helpen ja. En aangezien ik wel snel de neiging heb om de ademhaling omhoog te doen is het wel handig van ehm ey naar beneden.”

 

Zou u dit kledingstuk 24 uur onder uw kleding willen dragen? Waarom wel/niet?

C1: ‘’Wel overdag, maar niet als ik zou slapen.’’ ‘’Grens van kopen max 150 euro. Geen verbetering, alleen rits veranderen naar een shirt.’’

C2: ‘’Ja, want dan kan ik mezelf 24 uur lang monitoren.’’

C4: ‘’Ja, dat is geen probleem.’’

 

Wat kan volgens u verbeterd worden aan het kledingstuk?

C3: ‘’Een betere maat’.’ De rits ging namelijk niet helemaal dicht van de XL maat.

C5: ‘’Alleen de rits, het bobbelen is vervelend.’’

 

Wat vindt u van de kleur van het kledingstuk?

C4: ‘’Ik houd niet van zwart, maar dat maakt niet echt uit, huidskleur misschien voor onder een witte blouse te dragen.’’

 

Zou u het kledingstuk zonder bovenkleding willen dragen?

C6: ‘’Niet zo de straat op, maar als er echt helemaal niks zichtbaar is dan wel’’

 

Als u wat aan het design zou kunnen veranderen, wat zou dat dan zijn?

C6: ‘’Nee vind het er wel netjes uitzien. Gewoon als een hemd.’’

C1: ‘’Een shirt met mouwen, die kan ik makkelijker aantrekken, dit kan ik alleen.’’

​

​

Interviewvragen applicatie

Wat vindt u van de herkenbaarheid van de iconen?

C1: ‘’Als je ze groter zou maken, dan zou ik ze beter zien.’’

C7: “Nou ik vind alleen die activiteitenpatroon, ik zou die niet meteen herkennen dat symbooltje. Ik zou een iets actiever figuurtje of iets ehh” “Zo’n renfiguurtje”

 

Wat vindt u van de kleurkeuze van de achtergrond?

C8: ‘’Dat vind ik perfect joh. Letters wit op het groen van de lichaamshouding is voor mij een klein beetje moeilijk om te lezen."

​

Zou u de iconen begrijpen wanneer de tekst niet aanwezig zou zijn?

C5: ‘’Alleen de onderste niet (Activiteitenpatroon).’’

 

Begrijpt u waar de kleuren in het startscherm voor dienen, zo ja? leg uit?

C3: Na uitleg worden de kleuren begrepen.

C4: ‘’Ze begrijpt dat groen betekent dat het goed is, rood niet goed en oranje ertussen net als een stoplicht.’’

C5: Ze begrijpt dat groen betekent dat het goed is, rood niet goed en oranje ertussen in.

C7: Als mevrouw de uitleg krijg over de kleuren dan zal ze het begrijpen.

C8: ‘’Dat is toch simpel, rood is fout, groen is goed en oranje is nog net goed.’’

 

Zijn de woorden leesbaar? Waarom niet?

C1: ‘’Ja, goed leesbaar. Het is met de bril op nog beter leesbaar natuurlijk."

​

Kunt u uitleggen wat u ziet op de parameter lichaamshouding?

C6: ‘’Iemand die staat maar dat klopt niet want ik zit…… oh het gaat om de stand van mijn schouders. Verder is het groen. Ook zie ik een tip.’’

 

Kunt u uitleggen wat u ziet op de parameter activiteitenpatroon?

C1: “2000/5000 stappen heeft ie dat gedaan? ja. Als ik weer van de kleuren uit ga, dan zit ik nu redelijk goed. Ik snap het aantal stappen niet precies. Het is nog niet duidelijk voor mij. Een kwart is oranje? is dat een kwart dat je nog goed zit. Hoe zou het duidelijk zijn? ‘’de kleuren veranderen.’’

 

Vindt u het login scherm overzichtelijk? Waarom wel/niet?

C5: ‘’Ik snap het gedeeltelijk, meestal laat ik het mijn kinderen doen.’’

 

Wat vindt u van de optie om een eigen notitie toe te kunnen voegen?

C1: “Dat zou ook wel goed zijn. Ja dan kan ik aangeven of ik adem tekort kom. Je kan het als een soort dagboek zien toch?”

C4: Notities bijhouden is mevrouw niet zo van. Daar neemt ze de tijd liever niet voor. Ze is druk.

C5: ‘’Vind ik wel handig en zou ik ook wel gebruik van maken.’’

C6: ‘’Nou dat is denk ik wel echt een aanrader.’’ (Kon het zelf ook vinden en goed lezen en wist hoe hij een nieuwe moest maken)

 

Begrijpt u de functies van de applicatie direct of zal het tijd kosten?

C5: ‘’Nee, ik denk misschien de eerste paar keer even kijken maar dat ik daarna wel ermee overweg kan.’’

 

Extra vraag: Wat denkt u dat de functie is van trainen aan/uit?

C7: “De tijd die je actief bent? Toch? Zou dat kunnen? Of in ieder geval de tijd die je actief bent misschien?”  Mevrouw wist in het begin niet goed waardoor deze functie is. Na een uitleg snapte mevrouw het en vond ze het duidelijk.

​

Zou u deze applicatie graag gebruiken of vermijden en waarom?

C1:‘’Met een goede uitleg vooraf, zou ik de app wel gebruiken.‘’

 

Wat vindt u van de optie om een individueel doel in te stellen?

C1: “Ja, misschien ook wel. Voor mij is het doel om stabiel te blijven, als ik ziek wordt heeft dit ook direct gevolg voor mijn COPD.”

C4: Ze geeft aan dat ze zich niet zo snel aan de doelen zou houden.

C6: ‘’Ook wel goed, dat je voor jezelf die doelen kan opstellen zoals even 20 minuten fietsen vandaag.’’

C8: ‘’Voor mij persoonlijk hoeft dit niet. Ik bedenkt toch pas 5 minuten van te voren wat ik wil doen.’’

 

Wat zijn de verbeteringen omtrent het gebruik van de applicatie?

C1: “Plaatjes en tekst iets duidelijker. En in beginscherm een mannetje. Voor de rest geen verbeteringen.”

C4: ‘’Alleen dat de grafieken duidelijker moeten worden. Verder positieve werking van de applicatie.’’

Aantekeningen, mevrouw heeft sensoren liever niet direct op de huid in verband met huidirritatie.

C7: “Nee eigenlijk niet. Ik vind het gewoon duidelijk, dusja. Ik vind het wel prima, wel makkelijk, alleen het renpoppetje in het menuscherm en de grafieken groter.’’

C7: ‘’Bij elk scherm staan de tips ergens anders, en bij sommige schermen geen tips. Dit allemaal hetzelfde houden.’’

 

Vindt u dat de applicatie op het kledingstuk aansluit? Waarom wel/niet?

C3: ‘’Ja, maar je moet wel weten hoe je het moet gebruiken. Verder is het wel netjes.’’

C8: "Ja, ik zou niet weten hoe het anders zou moeten. Bijna iedereen heeft tegenwoordig een telefoon.’’

​

Vindt u de applicatie functioneel bij het kledingstuk? Waarom wel/niet?

C3: ‘’Voor iemand die met een telefoon om kan gaan zou het geen moeite moeten geven.’’

 

Wat is uw mening over de applicatie?

C6: ‘’Positief.’’

C7: Mevrouw gaf ook aan dat ze altijd wel alles uitprobeert wat de applicatie allemaal kan. Dus positief.

​

Waar is uw mening op gebaseerd? Op welke onderdelen?

C6: ‘’Mooie duidelijke applicatie en goed te gebruiken, shirt is ook mooi. Alleen de saturatie ontbreekt. De parameter saturatie ontbreekt en activiteitenpatroon scherm is nog onduidelijk/niet veilig.‘’

C8: ‘’Ik heb vroeger altijd met techniek en sensoren gewerkt.’’

​

Aantekeningen C3:

  • Geïnterviewde hebben weinig ervaring met het omgaan met een mobiel.

  • Ondanks niet goed om kunnen gaan met de applicatie is de geïnterviewde positief over de vormgeving van de applicatie.

  • Geïnterviewde geeft een voorkeur aan een ritssluiting.

  • Kleuren van de parameters worden begrepen.

© 2019 door Studenten van de minor Ergonomisch Ontwerpen.

Kinetic analysis.png
Avans_Hogeschool_Logo.svg.png
bottom of page