De componenten van de sensoren worden vooraf geplaatst. De patiënt hoeft dit niet zelf te doen en er wordt niet getest of de patiënt de componenten gemakkelijk aan kan sluiten.

 

1.1 Aantrekken kledingstuk

Het aantrekken van het kledingstuk gebeurd in een aparte ruimte.

1. Welke problemen ondervindt u tijdens het aantrekken van het kledingstuk?

2. Heeft u problemen met uw ademhaling tijdens het kledingstuk aantrekken?
   Zijn deze problemen tijdens het aantrekken meer of minder dan normaal?

3. Hoe voelt het kledingstuk op uw lichaam?

4. Zit het kledingstuk te strak of te los? (Waar?)
   Notuleren waar het te strak of te los zit. Ligt het aan de maat van het kledingstuk?

5. Is het kledingstuk te lang of te kort?
   Notuleren waar het te lang of te kort is. Ligt het aan de maat van het kledingstuk?

 

1.2 Aantrekken eigen kledingstuk

1. Verplaatst het kledingstuk tijdens het aantrekken van uw eigen kledingstuk?

2. Valt het kledingstuk op onder het eigen kledingstuk? (Doorschijnen/onder kleding uit komen/doordrukken)

 

1.3 Zitten

Zitten beweging op een stoel met rugleuning.

1. Hoe ervaarde u het zitten met het kledingstuk?
   10 seconden blijven zitten, vraag beantwoorden.

2. Hoe ervaart u het zitten met het kledingstuk?
   Deze activiteit 1 keer herhalen.

3. Heeft u toevoegingen?

 

1.4 Lopen

10 meter lopen. Er mag gebruik gemaakt worden van hulpmiddelen als de testpersoon dit normaal ook gebruikt.

1. Hoe ervaarde u het lopen met het kledingstuk?

2. Verplaatst het kledingstuk tijdens het lopen? (Zo ja:)
   - Ondervindt u hier problemen aan?
   - Welke delen van het kledingstuk verplaatsen?
   Deze activiteit 1 keer herhalen.

3. Heeft u toevoegingen?

 

1.5 Traplopen

Indien de testpersoon zelf de trap oploopt 1 verdieping naar boven lopen en 1 verdieping naar beneden lopen. Indien de testpersoon geen trap meer loopt of gebruik maakt van een traplift deze activiteit overslaan.

1. Hoe ervaarde u het traplopen met het kledingstuk?

2. Verplaatst het kledingstuk tijdens het traplopen? (Zo ja:)

• Ondervindt u hier problemen aan?

• Welke delen van het kledingstuk verplaatsen?

 

1.6 Bukken

Zo ver als testpersoon aankan naar voren bukken. Testpersoon mag niet over zijn/haar grens gaan, dit goed aangeven.

1. Hoe ervaarde u het bukken met het kledingstuk?

2. Verplaatst het kledingstuk tijdens het bukken? (Zo ja:)
   - Ondervindt u hier problemen aan?
   - Welke delen van het kledingstuk verplaatsen?
   Het naar voren bukken 1 keer herhalen.

3. Heeft u toevoegingen?

 

1.7 Strekken

Zo ver als testpersoon aankan naar boven strekken. Testpersoon mag niet over zijn/haar grens gaan.

1. Hoe ervaarde u het trekken met het kledingstuk?

2. Verplaatst het kledingstuk tijdens het strekken? (Zo ja:)
   - Ondervindt u hier problemen aan?
   - Welke delen van het kledingstuk verplaatsen?
   Het naar boven strekken 1 keer herhalen

3. Heeft u toevoegingen?

 

1.8 Voorwerp optillen

Een boodschappentas met 3 kilo vullen. Indien de testpersoon niet in staat is deze te tillen het gewicht verminderen. Dit gewicht notuleren. De boodschappentas optillen, 5 stappen zetten en neerzetten. Testpersoon mag niet over zijn/haar grens gaan, dit goed aangeven. Testpersoon mag tussendoor rusten.

1. Hoe ervaart u het voorwerp optillen met het kledingstuk?

2. Verplaatst het kledingstuk tijdens het optillen? (Zo ja:)
   - Ondervindt u hier problemen aan?
   - Welke delen van het kledingstuk verplaatsen?
   Dit 1 keer herhalen.

3. Heeft u toevoegingen?

 

1.9 Uittrekken kledingstuk

1. Welke problemen heeft u tijdens het uittrekken van het kledingstuk?

2. Heeft u problemen met uw ademhaling tijdens het kledingstuk aantrekken?
   Zijn deze problemen tijdens het aantrekken meer of minder dan normaal?

3. Is er verschil in temperatuur in vergelijking met een normaal kledingstuk zonder sensoren?

 

1.10 Casus applicatie tijdens test

Tijdens het lopen zal een scenario uitgevoerd worden. Gedurende dit scenario zal een alarm afgaan op de mobiele telefoon waarbij de ademhaling foutief is.

1. De melding te bekijken.
   - Wat betekent de melding volgens u?
   - Vindt u de melding overzichtelijk? Waarom wel/niet?
   - Was de melding volgens u op een praktisch moment gegeven?
   - Wanneer zou de melding willen ontvangen wanneer een parameter foutief is?
   - Wat dient u nu uit te voeren?
    

2. Naar het scherm "ademhaling".
   - Vindt u deze manieren van koppelingen handig? Waarom wel/niet?
    

3. Begrijpen wat foutief aan de "borstademhaling" is.
   - Is het individuele scherm van de parameter “borstademhaling” te begrijpen?
   Zo ja, waarom is het duidelijk?
   Zo niet, wat begrijpt u niet aan de gegevens?
   - Vindt u het praktisch om de parameters zo inzichtelijk te krijgen? Waarom wel/niet?
   - Wat kan volgens u verbeterd worden om de parameters beter te begrijpen?

 

Is de applicatie voor de COPD patiënt: nieuw, zoekende, plannen, routine?

 

 

 

Postuur testpersoon

Omschrijf zo goed mogelijk de lichaamsbouw van de testpersoon. Maak gebruik van onderstaande termen om deze zo goed mogelijk te omschrijven.

• Bouw

• Groot/klein/lang/smal/kort

• Breed/dik/mollig/dun/slank

• Gespierd/niet gespierd

• Fysiek (armen/benen/handen)

• Lichaamsdelen dat kledingstuk raakt.

 

​

​

​