Om de trendanalyse van het slimme kledingstuk in kaart te brengen, wordt er gekeken naar verschillende niveaus (macro-, meso- en microniveau). Ieder niveau heeft een bepaalde betekenis. De algemene betekenis wordt eerst gegeven en daarna worden de invloeden op het slimme kledingstuk toegelicht.

 

Macroniveau

Dit is de hoogste niveau in het spectrum en vertelt men de drijvende kracht van de ontwikkeling waarin een dienst of product zich bevindt. Het heeft raakvlakken met de maatschappij in een brede ontwikkeling. Op het slimme kledingstuk heeft de trend verbeterde technologie een grote rol. Doordat men meer over het ziektebeeld COPD te weten komt, wordt er gerichter techniek voor deze doelgroep ontwikkeld. Toepassingen van techniek die voorheen onmogelijk waren, blijken nu toch mogelijk te zijn. Zoals bijvoorbeeld het meten van de ademhalingsfrequentie.

 

Mesoniveau

Het mesoniveau gaat om de mens, het gedrag van de mens en de behoeften. Toegepast op het slimme kledingstuk moet men denken aan: zorg op afstand en individuele zorg. Op dit moment wordt zorg op afstand door middel van technologie populairder, omdat men langer thuis blijft en dient te wonen. Voor patiënten met COPD is het van belang om te weten wat het lichaam aankan en met het slimme kledingstuk kan dit. Het slimme kledingstuk maakt diverse parameters inzichtelijk en zorgt ervoor dat patiënten met COPD meer controle hebben. De zorgprofessional ziet een breder kader aan parameters over een langere periode en de patiënt merkt eerder op wanneer het lichaam te zwaar of licht belast is.

 

Microniveau

Op microniveau heeft men het over het product zelf en de diensten die daarmee mogelijk zijn. Het product is het slimme kledingstuk. Dit product zal een aantal belangrijke parameters van het menselijk lichaam van een patiënt met COPD kunnen meten. Door deze monitoring zal er een efficiëntere werkvorm mogelijk zijn voor fysiotherapeuten, longartsen en andere betrokkenen uit de zorgcyclus van een patiënt met COPD. De efficiëntie wordt verhoogt omdat men een beter inzicht heeft in de fysieke gesteldheid van de patiënt.